Mag je nog wel druk zijn? 20 april 2021 Door Dr. N.J. de Ronde-Davidse

Ken jij het boek De jongen, de mol, de vos, en het paard? Het is een prachtig boek wat ons veel te zeggen heeft over leven, opgroeien, ontwikkelen. Ik zal in deze blog een paar quotes gebruiken om wat te zeggen over ons onderwijs. Het boek past namelijk heel goed bij een inclusievere pedagogiek, waarin leerlingen zich gekend voelen, waarin ze merken dat ze welkom zijn en waarin we minder kijken naar wat leerlingen niet kunnen.

Succes

‘Wat zou succes zijn?’, vroeg de jongen. ‘Liefhebben’, zei de mol. Een prachtige passage in het boek. Kijken we in het onderwijs zo tegen succes aan? Precies dat is zo lastig. We zitten in een cultuur van meten is weten. We worden afgerekend als CITO-scores tegenvallen. Soms hebben we liever dat leerlingen naar het speciaal onderwijs gaan, want dan drukt hun aanwezigheid niet meer op de eindresultaten. Is dat wat we ten diepste willen? Of durven we het aan om veel meer vanuit liefhebben ons onderwijs vorm te geven? Immers, er voor de ander zijn, iets voor een ander kunnen betekenen, is zo waardevol. Het maakt de wereld misschien net een beetje mooier, daar kan geen CITO-score tegenop.

Vergelijken

Die CITO-scores en andere leerlingvolgsystemen leggen ons echter constant langs de meetlat. En wat is nou volgens de mol in het boek de grootste tijdverspilling? ‘Jezelf met anderen vergelijken.’ ‘Ik vraag me af of er ook een school is waar je kunt afleren.’ Ik was door deze passage geraakt. Het is begrijpelijk dat het prettig is om iets van een gemiddelde te hebben, het helpt om inzichtelijk te maken hoe leerlingen zich ontwikkelen. Dat gemiddelde lijkt echter steeds meer de norm te worden. Wijk je af van de norm, dan is er een probleem. In plaats van dat we accepteren dat lang niet iedereen in dat gemiddelde plaatje past, willen we die afwijkingen kunnen duiden. Dat kan, met diagnoses. Daarin zijn we in Nederland goed geworden, zo goed zelfs dat er lange wachtlijsten zijn binnen de GGZ.

Diagnose in een context

Zo’n diagnose, bijvoorbeeld ADHD, zegt echter alleen iets over het kind, niet over de context. Ergens voelt dat blijkbaar prettig, dan is het niet meer een probleem van bijvoorbeeld de leerkracht. Juist dat is zo jammer aan al diagnoses. Het grootste risico is dat je dan niet meer kijkt naar wat er achter het gedrag zit. Waarom laat een leerling bepaald gedrag zien, wanneer, hoe vaak en in welke context? Er ligt een enorme kans om bijvoorbeeld in de klas daar juist wel wat aan te doen. Dat kun je als leerkracht niet alleen, en dat hoeft ook niet. ‘Om hulp vragen betekent niet dat je opgeeft’, zei het paard. ‘Het betekent dat je weigert op te geven.’ Door naar je eigen aandeel te kijken bij leerlingen waarmee je puzzelt, kun je zoveel meer bereiken. Het vergroot de kans dat je een vicieuze cirkel doorbreekt. De leerling die vaak op z’n gedrag wordt afgerekend, ziet ineens dat hij wél geliefd is. Dát is inclusiever handelen.  

Tijd om verder te gaan

Met een zekere bevlogenheid heb ik me de afgelopen jaren bij Driestar educatief ingezet voor inclusiever onderwijs. Ik geloof erin dat het goed is voor leerlingen als klassen meer divers zijn en leerlingen niet te snel worden beoordeeld op hun afwijkingen van de norm. Het geheel is meer dan de som der delen en als dat geheel ook nog eens heel divers is, wat een rijkdom heb je dan. Ik ga hier verder werk van maken als directeur passend onderwijs in de Hoeksche Waard. Ik hoop van harte dat lezers van mijn blogs geïnspireerd zijn de afgelopen jaren en ook verder gaan met werken aan inclusiever onderwijs. ‘Wat is jouw beste ontdekking?’ vroeg de mol. ‘Dat wie ik ben genoeg is’, zei de jongen. Laten we dat voor ogen houden als we naar leerlingen kijken!
 
De jongen, de mol, de vos en het paard. Charlie Mackesy. Vertaald door Arthur Japin.