Eerbied bewijzen aan het mensenwezen 6 april 2017 Door Marloes Hoencamp MSc

Als er een overeenkomst te vinden is tussen schoolgidsen, dan is het wel dat ze zeggen dat het kind met zijn of haar mogelijkheden centraal staat in het onderwijs. Dat hoef ik u niet te vertellen. Uniciteit en ontplooiing staan namelijk duidelijk op de kaart. Dat resulteert in prachtige pedagogische onderwijsdoelen, zoals: ‘Elk kind is anders, en elk kind moet ten volle ontplooien. Daar willen wij bij helpen.’ of ‘ Wij willen eraan bijdragen dat kinderen al hun mogelijkheden ontwikkelen’. De behoeften en mogelijkheden van kinderen worden daarbij vaak als leidend voor het onderwijs genoemd. Je zou denken dat het hart van een pedagoog daar sneller van gaat kloppen...

Niets is minder waar. Alle pedagogische idealen en goede bedoelingen ten spijt: de Utrechtse pedagoog Martinus Jan Langeveld (1905-1989) heeft er geen goed woord voor over in zijn Beknopte Theoretische Pedagogiek. Langeveld staat erom bekend dat je zijn zinnen vaak twee keer moet lezen om ze te begrijpen. Maar dit zegt hij duidelijk en onomwonden:  het vooropstellen van ontplooiing van ‘alle in het kind gelegde mogelijkheden’ leidt tot absurditeiten.

Langeveld geeft ook een toelichting: ‘Ontplooiing veronderstelt dat de mens goed is of dat hij dat wordt, maar het houdt geen rekening met het feit dat de mens, feilbaar en onvolmaakt is, en nooit tot volmaaktheid geraakt.’ Hij erkent de goede bedoelingen van opvoeders die ontplooiing tot doel stellen. ‘Eerbied bewijzen aan het mensenwezen’, noemt hij dat. Maar volgens hem is het realistischer om te erkennen dat het kind ook ongewenste gegevens kan bevatten die je juist niet tot volle ontplooiing wilt brengen. Bovendien zou je je nog voorzichtiger op moeten stellen, rekening houdend met de (on)vermogens van het kind tot het nemen van besluiten; als het gaat om het leidend laten zijn van de mogelijkheden en behoeften van het kind in je onderwijs. Dat geldt volgens Langeveld zelfs als het kind ‘een gunstige aanleg’ heeft.

Dit oordeel van Langeveld klinkt fel in een tijd waar zo de nadruk wordt gelegd op uniciteit en ontplooiing van verschillende gaven en talenten. Maar als je ‘Beknopte Theoretische Pedagogiek’ er bij pakt lees je dat Langeveld juist niet degene is die uniciteit van een kind afwijst. Zeker niet! Hij benadrukt uniciteit juist door te zeggen dat elk wezen anders is, anders mag zijn, en zelfs anders móet zijn. Maar ‘eerbied bewijzen aan het mensenwezen’ is volgens hem ook in het proces van ontplooiing: afwijzen en afkeuren. De ‘personaliteit van het wezen’ zal anders vastlopen. Het is de plicht van de opvoeder om aan te geven wat niet ‘moreel of sociaal toelaatbaar’ is.

Bijzonder! Zo’n tekst uit 1945 die inspiratie biedt voor nu (en mijns inziens in ieder geval geldt tot minstens 2032!). Ik voel me bevoorrecht dit boek en meer van Langevelds werk samen met het werk van zijn leraar Kohnstamm een beetje af te stoffen (als het er al onder lag). De ‘BTP’ van Langeveld is niet voor niets jarenlang het pedagogisch handboek van de pedagogische academies in Nederland geweest!  Ik hoop de komende tijd vaker dergelijke oude, maar actuele inzichten te delen. Want, met nadenken over- en aanscherpen van het doel van opvoeding en onderwijs ben ik voorlopig nog niet klaar.