Christelijk onderwijs: het is niet altijd bijzonder 11 april 2017 Door Hanna Markus

Ik kwam Iris tegen, leerkracht van groep 6. Zij zei: “Je merkt dat wij een christelijke school zijn omdat we aandacht hebben voor de individuele leerling.” Iets vergelijkbaars zag ik in het motto van een basisschool: ‘De school waar elk kind telt’. Maar aandacht voor elke leerling; dat is toch hopelijk een ideaal van iedere school – christelijk of niet?! Is het dan wel terecht dat je dit benoemt als een kenmerk van christelijk onderwijs?

Christelijke idealen

Als school kun je christelijke idealen hebben. Doret de Ruyter maakt in haar publicatie Be ye perfect? Religious ideals in education (2006) onderscheid tussen twee soorten idealen: idealen die door de religie zijn geconstitueerd (constituted), en idealen die religieus worden omschreven (determined). De eerste soort zijn idealen die uniek zijn voor de religie en daaruit voortkomen. Bijvoorbeeld dat je ideaal is dat de leerlingen ontzag voor de God van de Bijbel hebben – dat is een ideaal dat niet bestaat als je niet in die God gelooft. De tweede soort zijn idealen die een bepaalde kleur krijgen door de religie, maar die an sich niet uniek zijn. Dat is bijvoorbeeld dat je aandacht hebt voor de individuele leerling. Op een christelijke school wordt dat ideaal geïnspireerd door het beeld van God die elke persoon aanziet. Maar op een openbare school, joodse school of hindoestaanse school kunnen ze hetzelfde ideaal hebben, gemotiveerd vanuit andere bronnen.

Gewone idealen die christelijk zijn

In Engeland steunt de Anglicaanse kerk het pilotproject van de ‘What if learning’-benadering in basisscholen. In deze benadering gaat het om het stimuleren van positieve karaktereigenschappen, zoals respect voor verschillen, doorzettingsvermogen, samenwerking en empathie; bewust geïntegreerd in alle vakken. Het project is positief geëvalueerd: kinderen lijken bijvoorbeeld vriendelijker voor elkaar en anderen te zijn, en meer samen te werken. Een mooi voorbeeld van christelijk onderwijs!
Ik word er blij van dat de kerk door haar steun voor dit project laat zien dat juist de idealen die we ‘gewoon’ vinden in het onderwijs en in het leven van elke dag, volop christelijk zijn en aandacht vragen. Het stimuleren van positieve karaktereigenschappen of aandacht voor elk kind is niet uniek voor christelijk onderwijs, maar als ze niet op de agenda van de school staan, is de school niet christelijk. Ik hoop dat dit besef het makkelijker en ontspannen maakt om over christelijk onderwijs te spreken: het gaat ook over de ‘gewone dingen’!

Idealen realiseer je nooit

Trouwens, als het over idealen gaat: je kunt er door verlamd worden, want vaak lukt het niet om je idealen te realiseren. Je ziet een leerling over het hoofd, er is ruzie op het plein en je reageert chagrijnig naar een collega. Dan is het goed om jezelf eraan te herinneren dat idealen nooit (volledig) te realiseren zijn; daarin verschillen ze van doelen. Maar de idealen bieden je wel het perspectief waarbinnen je je werk wilt doen, en dat geeft je oriëntatie, motivatie en inspiratie; ze zorgen voor bezieling (zie ook Kole & De Ruyter, 2011. Betrokken en bevlogen: beroepsethiek en werkzame idealen van leerkrachten). Op die manier met je idealen omgaan wordt voor mij ook gekleurd door het christelijk geloof: je weet van mislukking, je leeft van genade en je zoekt het goede.

Hanna Markus doet promotieonderzoek bij Driestar educatief en de PThU over religieuze tolerantie als opvoedingsdoel in orthodox-christelijke basisscholen, en was daarvoor een paar maanden te gast bij het National Institute of Christian Education Research te Canterbury.