Hoe verloopt de overdracht van dyslexiebehandeling naar de klas? 20 februari 2020

Kinderen met dyslexie hebben baat bij dyslexiezorg door een erkende behandelaar. Terug in de klas kunnen ze het geleerde in praktijk brengen bij het lezen en spelling. Maar lukt dat ook? En zijn leerkrachten in staat de methodiek van de behandeling toe te passen in hun lessen?

Hanneke Bossenbroek deed voor haar opleiding tot orthopedagoog-generalist onderzoek naar hoe dyslexiebehandelaren en leerkrachten de overdracht van het geleerde tijdens de dyslexiebehandeling naar de ‘normale’ schoolsituatie ervoeren. Zij komt tot de conclusie dat er nog wel wat werk aan de winkel is om de overdracht optimaal te laten verlopen.

Aanleiding

De dyslexiezorg van Driestar educatief wordt goed beoordeeld. Onze dyslexiebehandelaren leveren mooi werk. We zijn trots op hen én op alle kinderen met dyslexie, die zich in de behandeling volledig inzetten. Omdat het belangrijk is de resultaten van deze behandeling ook op langere termijn vast te houden, is een nauwe samenwerking tussen leerkracht en dyslexiebehandelaren van belang. Krachten bundelen komt de leerontwikkeling van een leerling ten goede; het behandelresultaat blijft dan niet beperkt tot de behandelsetting. Daarom deed ik een praktijkonderzoek naar de vraag hoe dyslexiebehandelaren en leerkrachten de transfer (de overdracht van het geleerde van de ene setting naar de andere setting) beoordelen. In het onderzoek zijn leerkrachten en dyslexiebehandelaren benaderd om een enquête in te vullen. Door 31 behandelaren en 23 leerkrachten uit het basisonderwijs is deze enquête ingevuld.

Beoordeling transfer

In de eerste plaats vroeg ik dyslexiebehandelaren en leerkrachten om de transfer te beoordelen. Het beeld dat daarin naar voren komt is niet positief. Behandelaren schatten in dat leerkrachten de aangeboden behandelstof op het gebied van spelling, lezen en psycho-educatie onvoldoende in de klas gebruiken. Zij geven gemiddeld slechts een 3,5 (van 10) voor de inzet van de spellingleerstof, een 4,2 voor de inzet van de leerstof van lezen en een 2,9 voor het geven van psycho-educatie. Leerkrachten geven zichzelf een krappe voldoende (5,8) voor de mate waarin ze de leerstof voor lezen en een 6,1 wat betreft psycho-educatie inzetten in de klas. Voor de inzet van de leerstof voor spelling geven zij gemiddeld een 4,5.
artikel-hanneke.PNG

Ervaren problemen

Ervaren leerkrachten en behandelaren bepaalde problemen in de transfer? Uit de antwoorden op deze vraag blijkt het volgende. Dyslexiebehandelaren zijn overwegend positief over het begrip dat leerkrachten hebben van de inhoud van de spelling- en leesmethodiek uit de behandeling. Daarnaast hebben de leerkrachten volgens hen overwegend zicht hebben op de overkoepelende behandeldoelen van hun leerling. Leerkrachten beamen deze twee punten zelf ook.

Knelpunten zijn vooral het combineren van de behandelde leerstof op spelling- en leesgebied met de klassikale lesmethode. ‘De aanpak van de behandelaar en de methode verschilt’, schrijft één leerkracht. Dyslexiebehandelaren ervaren onvoldoende mogelijkheid om frequent contact te hebben met leerkrachten, hoewel die best goed te bereiken zijn. Leerkrachten zelf beoordelen deze mogelijkheid positiever.

Interventies

Mooi is dat dyslexiebehandelaren al een aantal interventies doen om de transfer te verbeteren. Zo benoemen bijna alle dyslexiebehandelaren bij de leerkracht dat deze contact mag opnemen voor verduidelijking als dat nodig is. Ook legt een groot deel van de behandelaren aan de leerkracht uit wat de behandeling inhoudt en leren zij leerlingen hoe zij het geleerde in de klas kunnen gebruiken. Tegelijk noemen dyslexiebehandelaren vaker niet dan wel bij de leerling dat hij het geleerde met zijn leerkracht kan bespreken. Leerkrachten vragen dit ook vaak niet terug aan hun leerlingen. Het merendeel van de leerkrachten geeft aan regelmatig bij het startgesprek van de behandeling te zijn. Bij de tussentijdse evaluatiegesprekken sluiten zij overwegend niet of soms aan. Een dyslexiebehandelaar schrijft dan ook: ‘In principe heb ik alleen contact met IB'ers, die zitten bij de adviesgesprekken.’

Tenslotte geven leerkrachten aan dat zij onderdelen uit de behandeling, zoals het klankensysteem, de spellingkaarten en het programma om woorden te flitsen overwegend niet of slechts soms in hun klas gebruiken.

Conclusie en aanbevelingen

Alle resultaten overziende is mijn conclusie dat er nog voldoende werk aan de winkel is op het gebied van transfer binnen de dyslexiebehandeling. Twee hoofdimplicaties komen op uit het onderzoek: investeren in contact en in kennis. Dat kost tijd en dat is lastig als je veel werkdruk ervaart, zowel voor leerkrachten als dyslexiebehandelaren. Toch kun je met kleine stappen al winst boeken. In het onderzoek worden al diverse mooie voorbeelden gegeven. Hierbij valt te denken aan een behandelaar die in de pauze op school aansluit bij het team om uitleg te geven over de behandelmethode, het op dezelfde volgorde behandelen van de spellingregels in de klas als in de behandeling, het flitsen van woorden in de klas zoals die in de behandeling worden aangeboden, het delen van de informatie naar de leerkracht die de behandelaar ook deelt met zijn hoofdbehandelaar.

Samenwerking

Ook laat het onderzoek zien dat er binnen Driestar educatief kennis aanwezig is om de transfer te vergroten. Zo schrijft één behandelaar het volgende. ‘Vanuit een cursus heb ik geleerd om meer aan te kunnen sluiten op de spellingsmethode van de klas waarbij ik nog wel de ONL principes inzet. Ik merk dat hierdoor ook meer betrokkenheid van school groter is. Scholen zijn hier erg enthousiast over en ik ook.’ Dit biedt perspectief. In nauwe samenwerking met scholen en dyslexiebehandelaren moeten we in de komende periode dan ook onderzoeken hoe we de transfer kunnen verbeteren. Met zoveel deskundige mensen, zowel dyslexiebehandelaren en leerkrachten, moet dat lukken!

Meer informatie
Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen of opmerkingen? Neem dan even contact op met Hanneke Bossenbroek.

Meer nieuws

    • Mooie scores Keuzegids voor de master Leren en Innoveren

      Studenten geven in de Nationale Studenten Enquête aan tevreden te zijn over de masteropleiding Leren en innoveren bij Driestar hogeschool die samen met de hogescholen CHE en Viaa gegeven wordt. Op vier van de vijf onderdelen scoort de master bovengemiddeld, en op één onderdeel gemiddeld. Dat is te lezen in de Keuzegids masters 2024.

    • Janneke de Jong-Slagman benoemd als lector Geletterdheid bij Driestar educatief

      Binnen het onderzoekscentrum van Driestar educatief start per 1 augustus 2024 het lectoraat Geletterdheid. Dit nieuwe lectoraat heeft als doel een bijdrage te leveren aan een positieve, inhoudsgerichte leescultuur bij zowel leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs als bij studenten in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Dr. Janneke de Jong-Slagman is benoemd als lector en zal leidinggeven aan dit lectoraat.

    • Vijf jaar associate degree Pedagogisch Educatief Professional

      Hoera! De associate degree Pedagogisch Educatief Professional (ad-pep) bestaat vijf jaar. Studieleider Evert de Bruin: ‘De afgelopen vijf jaar laten zien dat de opleiding voorziet in een behoefte. Onderwijs en zorg raken steeds meer vervlochten en daarbinnen kan de ad-pepper een mooie rol vervullen.’

    • Save the date: lectorale rede en installatie dr. Bram Kunz

      Op Deo Volente 13 juni 2024 hoopt dr. Bram Kunz zijn lectorale rede uit te spreken in de Sint Janskerk te Gouda. Het College van Bestuur van Driestar educatief nodigt u van harte uit aanwezig te zijn bij de installatie van dr. Bram Kunz tot lector van het lectoraat "Vorming van christelijke onderwijsprofessionals in de 21ste eeuw". 

    • Hermeneutiek en homiletiek bij William Perkins

      “William Perkins (1558 – 1602) staat bekend als de ‘vader’ van het Engelse puritanisme die een enorme invloed heeft op theologie en spiritualiteit in de Engelstalige wereld en in West-Europa. Zijn hermeneutiek is klassiek-calvinistisch,” vertelt prof. Baars over William Perkins.