Kansen in Coronatijd: van onderwijsachterstanden naar ontwikkelingsmogelijkheden 4 mei 2020 Door Neely Anne de Ronde-Davidse, lector inclusieve klassen

11 mei is het zover, de basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs mogen weer (gedeeltelijk) open. Weer kindergeluid om je heen, lawaai op het schoolplein. Toch zal het anders zijn, je moet afstand houden, je kunt je leerlingen niet verwelkomen met een hand, een omhelzing of een boks. Je leerlingen zullen mogelijk anders terugkomen dan toen je een aantal weken geleden ineens fysiek afstand van ze moest nemen. Dat levert zorgen op, hoe zal het gaan? Hoeveel achterstand hebben ze opgelopen? Ik begrijp die zorgen, maar zie vooral kansen om je leerlingen opnieuw te leren kennen en je onderwijs meer op hen af te stemmen. Zeker nu je in de klas maar de helft van je leerlingen hebt. Ik deel graag wat ideeën en inzichten die helpend kunnen zijn de komende weken.

Contact

Via de inmiddels bekende digitale kanalen zijn veel scholen erin geslaagd contact te houden met hun leerlingen en hun ouders, er zijn zelfs leraren die langs zijn gefietst, maar er zijn ook leerlingen van de radar verdwenen. Hoe fijn is het dat vanaf 11 mei de scholen gedeeltelijk weer open mogen en je ook die leerlingen weer in beeld krijgt en dus weer echt contact met ze kunt maken. Dat laatste is nu zo belangrijk. Er gebeurt wat met mensen in deze tijd en het is van wezenlijk belang om het daar met leerlingen over te hebben. Voor christelijke scholen in het bijzonder ligt er een taak om deze crisis ook in het licht te zien van het Evangelie. Er zijn veel rijke verhalen die je hierbij kunnen helpen en bidden met leerlingen kan ook heel helend zijn. Er zijn kinderen die bang zijn, die zich zorgen maken over hun opa, oma of zieke buurvrouw. Het is fijn als kinderen merken dat ze hun zorgen op school kwijt kunnen en dat er letterlijk ruimte is om het met elkaar over deze bijzondere tijd te hebben.   

John Hattie: herstelvermogen van leerlingen is groot

Ik merk dat veel scholen deze visie delen en tijd hiervoor vrij maken in de eerste weken. Tegelijkertijd blijft een veelgehoorde vraag: hoe gaan we om met achterstanden? Moeten we toetsen en wanneer? John Hattie heeft een artikel geschreven waarin hij benadrukt dat vanuit eerdere crisissituaties duidelijk wordt dat kinderen een groot herstelvermogen hebben. Na Orkaan Kartrina waren er kinderen die 3 tot 7 weken geen onderwijs hadden gehad, ook niet op afstand. Na verloop van tijd bleek hun achterstand minimaal en kinderen herstelden verrassend snel. Ook het effect van een lange zomervakantie op de ontwikkeling van kinderen is verrassend klein. Dat stelt gerust, we hoeven niet massaal te gaan bijspijkeren. Wel bleek uit zijn artikel dat kinderen die voor een crisis al problemen hadden, na afloop meer symptomen lieten zien van stress, woede, angst, depressie en eenzaamheid. Daar moeten we dus met elkaar wel alert op zijn. Tegelijk is de boodschap dus dat we ons niet al teveel zorgen moeten maken over leerachterstanden.

Kindgesprekken als vorm van formatief handelen

Toch wil je zicht krijgen op waar leerlingen nu staan. Hoe doe je dat? Je wilt misschien niet gelijk gaan toetsen, je kunt je ook afvragen of dat überhaupt zin heeft. Want wat toets je dan? De oplossing ligt bij formatief handelen. Bij formatief handelen maak je gebruik van meerdere informatiebronnen om een beeld te krijgen van je leerlingen. In de staat van het onderwijs 2020, onlangs verschenen, staat dat formatief handelen tot betere prestaties kan leiden, omdat je meer aandacht besteedt aan het leerproces van kinderen en je feedback meer gericht is op het leerproces. Uit onderzoek is bovendien bekend dat het actief betrekken van je leerlingen bij leerdoelen helpt om kinderen gemotiveerder te krijgen, ze worden immers mede verantwoordelijk voor die doelen.

Kindgesprekken zijn een goed formatief middel om in kaart te brengen wat hebben kinderen gedaan de afgelopen periode. Je kunt vragen wat en hoe hebben ze geleerd hebben, waar hun interesses lagen en wat ze zelf denken nu nodig te hebben op school. Ook van de leerlingen die het heerlijk vonden thuis kun je wat leren. Moet de leerling die blij was dat hij niet de instructie hoefde af te wachten, daar nu wel weer op wachten? En wat heeft de leerling geleerd die heel veel heeft gegamed? Uiteraard zijn ouders ook een rijke bron van informatie. Een zogeheten driehoekgesprek met ouder en kind kan uitkomst bieden.

Onderwijs meer afstemmen op ontwikkelingsmogelijkheden

Kind- en oudergesprekken kosten tijd, maar als je ze benut om je onderwijs te verrijken en je hierdoor een completer beeld krijgt over hun ontwikkeling, dan is het te mooi om niet te gebruiken. Het is niet makkelijk om te proberen zonder oordeel een gesprek aan te gaan. Uit recente publicaties wordt nog steeds pijnlijk duidelijk dat ons onderwijs boordevol vooroordelen zit en dat er leerlingen zijn die daardoor onnodig benadeeld worden. Juist nu je veel leerlingen anders terug krijgt en je klas klein is, kun je vanuit die gesprekken proberen om je onderwijs wat meer te laten aansluiten op hun behoeften. De leerling die zonder instructie aan de slag kan, houdt tijd over. Hoe benut je die? Hoe benut je de informatie die je hebt gekregen over het leren van de leerling die meer moeite heeft? Het zijn maar kleine stapjes, maar je werkt hiermee al inclusiever. Je hebt immers oog voor ontwikkelingsmogelijkheden bij al je leerlingen en probeert je handelen daar wat meer op af te stemmen. Op onze corona pagina is aanbod te vinden, wat je kan helpen om dit als school door te ontwikkelen. Wil je je meer verdiepen, dan sluit de master Passend meesterschap goed aan!

Maar eerst contact dus, wezenlijk contact. Neem er de tijd voor, besef hoe dankbaar we mogen zijn dat contact weer mogelijk is, en ga in gesprek over hoe God ons nabij is. Dat werkt helend.