Hoe hou je de sfeer in de groep goed? Zeven tips voor jeugdleiders 20 mei 2021 Door J. (Jan) Verburg

Jij bent leider in het kinder- of tienerwerk en je krijgt een nieuwe groep. Altijd spannend! Moet je starten met een persoonlijk verhaal, of is dat juist te vriendschappelijk? Direct de regels uitleggen en ingrijpen als iets gebeurt dat je niet zint? Het is ook weer geen school en je wilt deze momenten op de vereniging, club of catechese graag gezellig krijgen. Je wilt een band opbouwen met je kinderen of tieners. Hoe dan ook, het is jouw taak om de sfeer in de groep goed te houden. Deze tips kunnen je helpen!

Bespreek deze tips ook met de andere leiders. Vraag jezelf steeds af of je de tip zinnig of onzinnig vindt. Iedere groep en leider is tenslotte verschillend!

Tip 1 - Maak contact

Dat klinkt natuurlijk logisch, maar veel groepen hebben al groepjes gevormd. Kinderen of tieners komen vaak niet uit zichzelf naar jou toe om zich voor te stellen of hun verhaal te doen. Ga daarom bij de deur staan en ontvang iedereen door goedemiddag of goedenavond te zeggen. Als je ze kent, noem dan ook hun naam! Stap op hen af en begin een eenvoudig praatje: ‘Hoe is het met je vader?’ ‘Flink nat geworden, zie ik!’ ‘Leuk, je bent naar de kapper geweest?’

Kijk regelmatig de groep rond en probeer bewust oogcontact te maken. Als je dit lastig vindt, doe het dan bij een aantal kinderen voorin en achterin. Later breid je dit uit naar de hele groep. Veel leiders denken dat ze dit automatisch doen, maar onderzoek wijst uit dat dit een vergissing is! Ga tijdens de gesprekjes die ze voeren bij een groepje zitten en knoop een gesprek aan. Doe alsof je ook een deelnemer bent. Loop niet alleen rond om te controleren of iedereen ook met de opdracht bezig is. Ga wel strategisch zitten zodat je de hele groep intussen kunt overzien.

Tip 2 - Hanteer vaste patronen

Om grip op de groep te houden, is structuur essentieel. Zo maak je het voor de groep voorspelbaar. Hoe kun je dit aanpakken als je een groep hebt?
  • Voordat ze komen: zorg dat je een aantal regels hebt over hoe je met elkaar omgaat, over het gebruik van het materiaal, hoe het gesprek wordt gevoerd, over wc-bezoek of later binnenkomen. Misschien overbodig, maar zorg dat alles klaarstaat!
  • Als ze er zijn: welkom heten bij de deur, programma vertellen, regels toelichten, wat doe je als je klaar bent, de groepjes samenstellen, Sluit de bijeenkomst af met een terugblik!
  • Als ze weggaan: loop met ze mee naar de gang en zorg dat ze rustig het gebouw, de kerk verlaten. Meestal zijn er ook nog andere groepen aanwezig.

Tip 3 - Hou ze bezig

Zorg ervoor dat er direct iets te doen is als de groep binnenkomt. Dit kunnen stripboeken zijn, spelletjes die kort duren, puzzeltjes, etc. Probeer lange instructies te vermijden. Het is vooral in het begin belangrijker dát ze iets doen, dan wát ze doen. Als je vanaf het begin deze werksfeer neer kunt zetten, dan weet de groep: hier wordt iets gedaan! Deze aanpak (het verzamelen van spelletjes en materialen) vraagt een tijdsinvestering vooraf, maar verdient zich later dubbel en dwars terug!

Tip 4 - Eigen regels eerst

Het lastige aan het leiden van een groep is meestal dat iedere groep eigen regels hanteert. Binnen een school zijn er vaak algemeen geldende regels. Het is goed om met de verschillende verenigingen afspraken te maken, maar vaak is het karakter van catechisatie of een creamiddag heel verschillend. Bespreek met elkaar wat je doet als de volgende dingen gebeuren:
  • met de deur slaan,
  • wippen op de stoel,
  • een boer laten,
  • een zonnebril opzetten,
  • met de smartphone spelen,
  • de slappe lach hebben,
  • met potlood op tafel tekenen,
  • vloeken,
  • iemand uitschelden,
  • zeggen dat het tijd is,
  • iemand die langsloopt, laten struikelen,
  • …. Vul maar aan!
Als er nog geen algemeen geldende regels zijn, kun je gewoon zeggen: ‘Zo is het’ of: ‘Zo wil ik het hebben’. Later vraag je aan andere leiders hoe zij het aanpakken. Als de groep tegengas geeft, zeg je: ‘Ik zal het uitzoeken, maar voor nu is het zoals ik het zei!’

Tip 5 - Maak kleine dingen groot, dan krijg je minder grote dingen

Probeer vanaf het begin gedrag te reguleren dat makkelijk te zien en te veranderen is. Doe dit zo snel mogelijk, vanaf het eerste moment. Als je laat merken dat je op kleine dingen let, zullen ze het ook uit hun hoofd halen om papier te verscheuren en er confetti van te maken. Denk bij gemakkelijk te reguleren gedrag aan: 'ga eens rechtop zitten', 'hier praat er altijd één tegelijk', 'doe je smartphone eens weg'.

Meestal wil de leiding niet direct schools overkomen. Ze willen graag een gezellige sfeer. Maar als je niet van schreeuwen door de groep houdt, moet je veel eerder ingrijpen om dat te voorkomen.

Tip 6 - Broken window

Het schijnt zo te zijn dat als een ruit van een bushokje is ingegooid, de rest binnenkort ook wordt ingegooid. Snel ingrijpen, ook als het onschuldig lijkt, helpt om te voorkomen dat je de grip op de groep verliest. Vraag jezelf steeds af: wil ik dit gedrag x20? Als iemand opeens gaat staan om zijn handen te wassen, vraag jezelf dan af: wil ik dit x20? Als ze tijdens het verhaal van jou of van iemand in de groep opeens een gesprekje tussendoor opstarten, vraag je dan af: wil ik dit x20?

Natuurlijk mogen ze tussendoor een gesprekje starten, wat is hier erg aan? Maar veel leidinggevenden laten hier vermijdingsgedrag zien. Ze denken dat het probleem zich wel vanzelf op zal lossen. Dat kan, maar in veel gevallen is dit niet zo. Je hoeft hierbij niet te denken dat dit gedrag gepland of opzettelijk is, maar je kunt bij simpele verstoringen met heel kleine correcties bijsturen. Denk niet direct aan ‘eruit sturen’, maar aan eenvoudige dingen als:
  • even pauzeren in je verhaal en de kinderen aankijken,
  • nee schudden of verbaasd reageren,
  • herinneren aan een regel.

Tip 7 - Als iets niet werkt, doe het dan anders!

Iedere groep is anders en dus ook de dynamiek en de interactie tussen jou en de groep. Wat in de ene groep prima werkt, werkt totaal niet in de andere groep. Dat ligt niet aan jou, maar aan de verschillende samenstellingen van de groep of gewoon aan het weer en de omstandigheden op dat moment. Jij bent wel de leider, dus van jou wordt actie verwacht om op een vriendelijk maar duidelijke manier leiding te geven. Probeer zoveel mogelijk met andere leiders in gesprek te blijven (of te komen) over het onderwerp leidinggeven aan de groep. Probeer elkaar vooral zinnige tips te geven, tips die ook echt passen bij de persoon.
Extra helpend kan het zijn om jezelf eens te filmen als je voor de groep iets vertelt of uitlegt. Let dan eens op je mimiek, de kleur van je stem of je houding.
 
Ik heb bij dit artikel gebruik gemaakt van een aantal zinnige tips uit het boek van Peter Teitler en Ans van Brussel – Lessen in orde op de basisschool.

Vragen?

Heb je nog vragen? Schroom niet, en neem even contact met me op.