Drie condities om onderwijskwaliteit te verbeteren 20 april 2017 Door Anton de Jong

Sterk leiderschap is van grote invloed op de kwaliteit van de lessen op scholen. Dat is een van de conclusies van de onderwijsinspectie. Leraren en leerlingen kunnen door hun leidinggevenden aangezet worden tot rijke bloei en ontwikkeling, ongeacht de leefomstandigheden en de leerlingpopulatie. Wat is het geheim?

Vorige week verscheen de tweehonderdste editie van de Staat van het onderwijs. De inspectie vraagt aandacht voor grote kwaliteitsverschillen tussen scholen. De prestaties van vergelijkbare leerlingen zijn te verschillend, onder andere beïnvloed door het type leerlingen en ouders dat de school bezoekt. Dat is echter helemaal niet nodig. In de Verenigde Staten blijken scholen met een hoog percentage leerlingen met een lage sociaaleconomische status buitengewone resultaten te kunnen boeken. Dat komt door de kracht van sterk leiderschap, volgens onderzoek van Bain (2016). Maar hoe kom je tot kwaliteitsverbetering? 

1. Onderwijskundig leiderschap

De eerste vraag is of je helder hebt wat je visie op onderwijs is en hoe dat uitwerkt in de school. Uit onderzoek blijkt dat de schoolleider veel invloed kan hebben op de kwaliteit van onderwijs en leren. Dat begint met een schoolbrede discussie over het onderwijsconcept van de school. Die leidt tot gemeenschappelijke pedagogische en didactische taal. Als schoolleider ben je verantwoordelijk voor het organiseren van draagvlak onder alle collega’s. Vervolgens  zijn lesbezoeken een prima middel om dit in de praktijk te ondersteunen. Uit onderzoek blijkt dat dit in Nederland relatief weinig gebeurt. Leraren kunnen echter werkelijk groeien als zij persoonlijk feedback krijgen op hun bijdrage aan de gezamenlijke doelen van de school. 

2. Professionele kwaliteitscultuur

Een tweede voorwaarde voor groei is gelegen in de teamcultuur. Idealiter is er in het team zoveel vertrouwen dat je elkaar als collega’s van advies dient en samen verantwoordelijk bent voor het onderwijs in alle klassen. Neely Anne de Ronde wijst hierop in haar blog naar aanleiding van het congres van de onderwijsinspectie. Een probleem op veel scholen is dat professionalisering niet gericht is op schoolontwikkeling, maar dat alleen goede leraren (en starters) zich laten bijscholen zonder dat dit aan het volledige team ten goede komt. Aan de andere kant zijn er ook scholen die in teamverband lessen en projecten ontwikkelen. Leraren worden sterker als zij collectief en in teamverband leren. 

3. Dagelijkse ondersteuning

De schoolleider of ‘teacherleader’ (onderwijskundig leiderschap kan ook belegd zijn bij een teamlid met bijvoorbeeld een master Leren en innoveren op zak!) moet zich verantwoordelijk voelen voor de ontwikkeling van de leraren in het team. Het ambacht van de leraar staat bij hem of haar op het netvlies. Hoe ziet een goede les eruit? Zijn leerlingen taakgericht en is de instructiekwaliteit hoog? Uit de rapporten blijkt dat de leraar groeit door leren in de dagelijkse praktijk. Daarom pleit ik voor leiderschap dichtbij de frontlinie. Grote daden van een leider zijn een luisterend oor en een motiverende stem voor de leraar, feedback op het onderwijs en dagelijkse ondersteuning en support. 

Principes

Kun jij samen met leraren en leerlingen een volgende kwaliteitsstap zetten? Je kunt beginnen met het in de praktijk brengen van de twee principes van leiderschap dichtbij de lespraktijk en collectieve schoolontwikkeling. En daarnaast kun je een onderwijsadviseur van het team leiderschap en coaching uitnodigen om hier eens met je over door te praten.

Vorige week gaf pabomanager Kees Ritmeester bij Family7 al commentaar op de Staat van het Onderwijs. Bekijk het fragment hieronder.