De les van de luizenbil 4 oktober 2019 Door P.M. (Piet) Murre

Het is belangrijk dat leerlingen vaardigheden leren. Dat geldt bij bijna ieder vak. Minstens zo belangrijk is dat dat gebeurt met iets inhoudelijks. Iets dat ook zelf al betekenis heeft. En daar komt de luizenbil in beeld.


Het begon met een puur technische les waarin leerlingen met een microscoop moeten leren werken: leren scherpstellen, een preparaat kunnen maken, tekenen wat ze zien. Een standaardles, zoals die ieder jaar gegeven wordt. Een les zoals veel vakken die kennen. Maar dat betekent dan voor leerlingen niet meer dan het aanleren van wat losse trucjes. Het is weinig inhoudsvol. En de mogelijkheid om tot verwondering te kunnen komen blijft onbenut.
 
Toen kwam de passie voor het vak om de hoek kijken. Dat moet anders kunnen. Kan ik met die microscoop niet iets laten doen met bladluis? Een zoektocht volgde. Er zijn 4700 soorten bladluizen, allemaal net een beetje verschillend. Wat een ongelofelijke variatie, wat een creativiteit van onze Schepper. Dat alleen al. En die bladluizen produceren suikerwater. Tenminste, dat gaat ongeveer zo: ze zuigen zelf sap uit de bladeren en de overtollige suiker kunnen ze afscheiden. Mieren weten hoe ze dat kunnen stimuleren. Ze klimmen ook de plant in, gaan naar de luizenkolonie, en bekloppen daar teder de overvloedige hoeveelheid luizenbilletjes. Vervolgens komt daar een druppel suikerwater tussen vandaan en de mieren likken dat lekker op. Hoe ingenieus zit het in elkaar! Hoe groot zijn Heere uw werken!
 
Zo kan een vaardigheidsles toch ook de kans bieden op het wekken van verwondering. Zo kan iets dat in zichzelf tamelijk vlak en betekenisloos is een instrument worden van iets groters. Zo kan de bevlogenheid voor je vak leiden tot het inwijden van leerlingen daarin. Zo kan een docent zonder veel extra woorden (maar wel enkele) vormend zijn.

Heb je belangstelling om met vaklessen meer te doen vanuit een christelijk kader? Neem dan contact op met Henk Vermeulen