Bestaat er een christelijke pedagogiek? 9 juni 2017 Door Bram Kunz

Bestaat er een christelijke pedagogiek? Over die vraag lopen de meningen uiteen. Waaruit zou het christelijke van die pedagogiek moeten blijken? Een pedagogiek van de hoop biedt perspectief.

Een christelijke pedagogiek is een langgekoesterde wens in christelijk-reformatorisch Nederland. Destijds gaven D. Vogelaar en C. Bregman al belangrijke aanzetten, samen met de publicaties van ds. M. Golverdingen. Toch kwam het nooit tot een boek waarin een poging werd gedaan om een christelijke (school)pedagogiek te verwoorden. En dat terwijl systeemdenken ons in de gereformeerde gezindte niet vreemd is. Blijkbaar valt het niet mee om tot een pedagogiek te komen die Bijbels geworteld is en tegelijk in rapport met de tijd.

Misschien speelt ons hier ook wel een meer algemeen geldend probleem parten. Micha de Winter wijst in zijn afscheidsrede op de ontwikkeling van pedagogiek tot opvoedingspsychologie, en dan vooral gericht op individuele stoornissen en gedragsproblemen. Pedagogiek heeft echter te maken met een breder verhaal: waar doe je het voor, in de opvoeding van je kinderen? En waar kom je als leraar ’s morgens je bed voor uit, als je voor de klas staat? De Winter laat zien dat er behoefte is aan dieper liggende waarden. Opvoeden is meer dan het oplossen van problemen. Pedagogiek stelt de vraag naar het waartoe. In de taal van Calvijn: waartoe zijn wij op aarde?

Lezend in de rede van Micha de Winter werd ik getroffen door zijn pleidooi voor hoop. De Winter verwoordt het gemis aan een breder kader voor opvoeding en pleit voor optimisme en hoop. Een hernieuwd pleidooi, zo laat hij zien, want Lea Dasberg vroeg daar al in 1980 aandacht voor. Hoop is een belangrijk pedagogisch kernwoord; het is ook een Bijbels kernwoord. We hoeven alleen maar te denken aan onze pedagogische Psalm 78: we voeden kinderen op, opdat ze hun hoop op God zouden stellen, Zijn daden niet zouden vergeten en niet zouden worden zoals hun ongehoorzame en rebellerende vaders.

De Winters pleidooi over hoop biedt goede mogelijkheden om ons in een christelijke pedagogiek toe te verhouden. Niet om alleen leentjebuur te spelen en vervolgens te doen alsof wij christenen het net een beetje beter kunnen zeggen. Een christelijke pedagogiek zal met pedagogen als De Winter in gesprek zijn, om van hen te leren en om na te denken over de vraag hoe dat nu vanuit de christelijke traditie zit: wat betekent hoopvol onderwijzen voor ons? En maakt de invulling van het woord “hoop” dan écht het verschil, of zijn we zelf seculiere denkers met een gereformeerde jas aan?

Een hoopvolle pedagogiek vraagt dan wel om een stevige theologie. Op dit punt is er veel werk te doen. Theologische uitgangspunten moffelen we graag onder tafel, uit angst om het met elkaar oneens te zijn. Maar met zwijgen om de lieve vrede komen we niet verder. Met een theologie die zich verliest in allerlei deelwaarheden rondom verbondsopvattingen, mensbeelden enzovoorts al evenmin. Zo’n theologie dient alleen ons eigen profiel te bewaken, of, erger nog, om ons eigen gelijk te bewijzen. De stand van de gereformeerde gezindte, én van het christelijk-reformatorische onderwijs, laat zien dat het tijd is om elkaar te bevragen op wat wezenlijk is, in het licht van het Woord van God. En laten we dit dan doen aan de hand van onze belijdenissen. Dan hoeft de ander het niet met ons eens te worden, maar gaat het om de vraag of we elkaar vinden in de belijdenis. Goede theologie brengt vanuit Schrift en traditie de goede dingen aan: over Gods- en mensbeeld, over schepping, zondeval, verlossing, over verzoening en genade. Ze leert, met andere woorden, het woord “hoop” spellen.

De discussie over het goed recht van een christelijke (school)pedagogiek moet worden gevoerd. Daar worden we met elkaar beter van, het houdt ons denken scherp en het dwingt ons om na te denken over wat er christelijk is aan ons pedagogische denken en handelen. Maar laten we het gesprek dan vooral laten gaan over een christelijke pedagogiek die in het teken van hoop staat. Want hoopvol opvoeden en onderwijzen, dat raakt het hart van onze roeping.