“Hoeft u niet te werken vandaag?” 21 november 2014 Door Lydia van Hartingsveldt

“Juf, wat komt u hier doen vandaag? Nu hebben we twee juffen én een meester in de klas.” “Is dat uw moeder, meester?” “Hoeft u niet te werken vandaag?” De laatste leerling heeft het goed door. Ik hoef vandaag niet te werken. Ik mag op stagebezoek.

Ik ben vandaag bij Lars, eerstejaars deeltijdstudent. Een enthousiaste en sociaalvaardige student. Intelligent en bovendien uiterst leergierig.  Tijdens een van zijn eerste lessen ben ik op stagebezoek. Hij volgt de leerlingen goed.
 
Lars is een starter. Hij is niet gewend om voor de klas te staan. Hij heeft een afgeronde masteropleiding klassieke talen op zak. De vragen die hij zich nu stelt heeft hij zich niet eerder afgevraagd: Hoe bepaal ik mijn houding voor de klas? Hoe start ik de les? Hoe krijg ik de aandacht van iedereen? Hoe spreek ik een groep aan? Hoe zorg ik ervoor dat ik overzicht houd over de groep en ook een individu aandacht geef? Hoe lang geef ik één leerling de beurt?
 
Het voelt als de rijles waarbij ik ook in mijn achteruitrijspiegel moest leren kijken. Ook dat nog, dacht ik toen. Moet ik nu én naar voren kijken én schakelen én op tijd remmen, én de ruitenwisser bedienen én in de spiegel naar achteren kijken? Wat een handelingen tegelijk. Ik weet niet meer de hoeveelste les het was, maar in mijn beleving was ik nog maar net begonnen.
 
Tijdens het nagesprek vertelt Lars over zijn les beeldende vorming, over de leesles en over de rekenles.
“En dit is je eerste stageweek?” vraag ik.
“Dit is het zevende dagdeel”, vertelt Lars.
Wat wordt er eigenlijk veel gevraagd van Lars, en dat terwijl hij nog maar net begint!
 
Wanneer we samen napraten over wat hem bezighoudt, blijkt wel hoe hoog de lat ligt. Vaardigheden zoals het staan voor de klas, voorlezen en vertellen, vragen de nodige energie. En Lars wordt geacht dit allemaal al te kunnen.
 
Net zo goed als kinderen hebben ook deze volwassen studenten hun eigen ontwikkeling. Wij kunnen wel een programma hebben waar elke student aan moet voldoen, maar dat kan voor studenten zonder enkele onderwijservaring, veel te ver zijn.
 
Samen met Lars kijk ik naar zijn ontwikkelingsbehoeften. Wat heb ik nodig, in deze school, bij deze mentor, in deze groep, met deze studieloopbaanbegeleider? Lars weet het haarfijn te vertellen. We kijken naar de mogelijkheden om een aansluitend programma op te stellen: passend pabo-onderwijs!