Aan de slag met christelijk onderwijs! 9 april 2015 Door Willemieke Reijnoudt

Eén van de koersuitspraken die binnen Driestar educatief is geformuleerd, gaat over kennisontwikkeling. Daarover valt veel te zeggen, maar één ding is mij duidelijk: als christelijk instituut ontwikkel je kennis over de christelijke identiteit.

Als lectoraat ‘Christelijk leraarschap’ ontwikkelen we kennis over de christelijke identiteit van de leraar. We zijn het vierde jaar ingegaan; dat betekent dat er concrete producten op tafel moeten komen en dat we naar een afronding gaan werken. Wat mij opvalt is dat het nadenken over ‘Christelijke identiteit’ binnen de brede kring van het onderwijs een vruchtbare voedingsbodem heeft. Over dit thema wordt momenteel veel gesproken, gelezen en geschreven.

Blijven we praten?

De vraag die mij bezighoudt is of het (christelijk) onderwijs van de leraar wordt besproken en eventueel verandert.  Het eerste onderzoek dat gepresenteerd werd vanuit het Lectoraat was het pilot-onderzoek. Daaruit bleek dat de beelden over de christelijke leraar als persoon wel helder zijn. Maar wat wél moeilijk is, is om te beschrijven hoe je christelijk onderwijs nu daadwerkelijk handen en voeten geeft in de klas. En dan bedoel ik niet de dagopeningen, maar de lessen zelf. Ik ben blij met de publicatie ‘Een venster op de hemel’ van collega Ewald Mackay. Hij doet daarin een welkome handreiking om het geloof en de vakinhoud te verbinden. Maar hoe gaan we hier nu mee verder? Blijven we praten over de mooie voorbeelden en voelen we ons erdoor geïnspireerd? Of gaan we hier nu echt mee aan de slag? Ik denk dat mijn onderwijskundige achtergrond ervoor zorgt dat ik neig naar meer concrete handvaten die we kunnen ontwikkelen en mee kunnen geven aan de leraren.

Concreet ontwerpen

Een mogelijkheid tot het verbinden van geloof en vakinhoud, vind ik binnen het concept Exemplarisch onderwijs. Dit concept inspireert mij op welke manier erom wordt gegaan met vakinhouden. Daarbij geeft het concrete handvaten hoe je als didacticus deze vakinhouden benadert en dichtbij de leerlingen brengt. Naar mijn idee biedt het veel wat we nu ook toe kunnen passen om de inzichten uit het boek ‘Een venster op de hemel’ nog praktischer te maken. De discussies, gesprekken en inspiraties over identiteit zouden we moeten uitbouwen tot concreet ontwerpen van onderwijs. Het zou jammer zijn om gedachten over mooi onderwijs weg te laten waaien door de druk van efficiëntie en resultaten in ons onderwijs.

Concrete handvaten

Mijn vraag is dus: kunnen we nu leraren concrete handvaten geven om plezier te hebben in de vakinhouden en om daar de christelijke identiteit aan te verbinden? Ik doe een poging…(www.dearchipel.eu voor inspiratie)
  • Kies bewust belangrijke thema’s en durf andere thema’s te laten liggen
  • Verdiep je in de vakinhouden; alleen de aangereikte kennis van een methode is niet genoeg.
  • Ontwerp je onderwijs voor een dagdeel, dat zorgt voor rust en aandacht.
  • Neem bewust de tijd om met belangrijke thema’s te werken.
  • Onderwijs de vakinhouden niet slechts feitelijk, maar verbindt ze aan beleving, zoek naar relaties en verbanden en onderliggende waarden.
  • Neem leerlingen mee in de denkwereld van de vakinhouden
  • Gééf je onderwijs niet, maar laat de leerlingen het ontdekken
Wat is uw aanvulling? Zou een aantal concrete punten kunnen leiden tot een ‘formatje’, zonder de pretentie ‘te sturend’ te zijn?
Doet u mee?