Hoe stimuleer je motorische ontwikkeling bij peuters en kleuters? 30 april 2015

Bewegend genieten, bewegend ontdekken, bewegend ontwikkelen: de waarde van bewegen is ongekend. In de peuter- en kleuterperiode maken kinderen enorme vorderingen op het gebied van de grote en kleine motoriek. Lopen, huppelen, hinkelen, scheuren, kleuren, knippen: noem maar op.

In dit artikel geeft onderwijsadviseur S. (Christiene) Maaijen uitleg over de ontwikkeling van de grote en kleine motoriek in de peuter- en kleutertijd, en geeft ze praktische handreikingen om hier mee aan de slag te gaan in groep 1 en 2 of de voor- en vroegschoolse opvang.

Wist je dat:

  • De betekenis van motoriek van groot belang is voor het zelfbeeld van jonge kinderen?
  • De motoriek van invloed is op ontwikkelingsgebieden als taal, rekenen en samenspelen?

Ontwikkeling grote motoriek

Peuters en kleuters ontwikkelen hun groot-motorische vaardigheden in een hoog tempo. Ze bewegen de hele dag. Op motorisch gebied is de peuter- en kleuterperiode de actiefste tijd van het leven. In de hersenen van peuters en kleuters zien we extra groei van het deel dat gaat over evenwicht en coördinatie. Myelinevorming rond de neuronen in dat gebied zorgt er voor dat de nieuwe hersenverbindingen snel beschikbaar zijn en in stand blijven. Motorische vaardigheden als lopen, fietsen, huppelen, enzovoort worden daarom, als je ze eenmaal geleerd hebt, niet snel meer vergeten.

Hoe ontstaan verschillen?

Hoewel het activiteitenniveau van jonge kinderen over het algemeen hoog is, zien we toch verschillen tussen het ene en andere kind. Die verschillen blijken niet alleen te ontstaan door mogelijke omgevingsfactoren (het ene kind wordt meer aangemoedigd en gestimuleerd dan het andere), maar ook door genetische factoren.
We zien ook verschillen tussen jongens en meisjes. Ook die verschillen zijn voor een deel genetisch te verklaren. Jongens bewegen over het algemeen meer dan meisjes, en zijn sterker. Daartegenover staat dat meisjes beter zijn in de coördinatie van armen en benen.

Maar er zijn ook sociale factoren te noemen die verklaren waarom jongens met zware dingen sjouwen en meisjes touwtjespringen. In de peuter- en de kleuterperiode worden de groot-motorische vaardigheden dus veel geoefend. We moeten, op school, kinderen daartoe voldoende gelegenheid bieden.

Ontwikkeling kleine motoriek

We hebben klein-motorische vaardigheden nodig om te knippen en een schaar te hanteren, onze jas dicht te maken, veters te strikken en om een potlood vast te houden of daarmee te schrijven. Het fysieke gegeven (vetkussentjes rond de gewrichten) verklaart waarom klein-motorische bezigheden voor jonge kinderen niet eenvoudig zijn. Als een peuter een stuk papier op wil plakken, zal hij zijn hele hand gebruiken, niet alleen zijn vingers. De bewegingen die een peuter met zijn handen maakt, vinden hun oorsprong in de schouders. De hele arm doet dus mee. Een kleuter kan de handbeweging al iets beter coördineren; als hij tekent of verft komt de beweging vanuit de elleboog. Pas als de kleine motoriek zover ontwikkeld is dat een kind handbewegingen maakt vanuit de pols, zijn kinderen in staat om de heel precieze bewegingen te maken die nodig zijn om letters te schrijven.

Om mee aan de slag te gaan:

  • In hoeverre zijn we in staat om vanuit het rijpingsproces de motoriek goed in kaart te brengen en daar ons onderwijs op aan te laten sluiten?
  • De veiligheid op het plein, hoe is dit voor motorisch zwakke kinderen?
  • Verschillende ontwikkelingsgebieden zijn van belang voor bewegen. Hoe staat het met het in kaart brengen van het sociale aspect, de cognitie, de motoriek? Op welke wijze gaan we het kind voorbereiden en sterker maken tijdens bewegingsmomenten?
  • Komen de twaalf basisbewegingen die van belang zijn voor het stimuleren van de grote motoriek voldoende aan bod binnen ons onderwijs (zeker binnen onze zitcultuur/het computertijdperk)?
  • Welke waarde krijgt de grote motoriek binnen zorg bij jonge kinderen?
Driestar onderwijsadvies helpt je graag antwoord te geven op bovenstaande vragen. Direct contact? Bel dan onderwijsadviseur S. (Christiene) Maaijen op 0652581178.

Meer informatie over dit onderwerp en deze interessante doelgroep vind je in het boek ‘Kiezen voor het jonge kind” van H. Brouwers

Meer nieuws