Relatie en motivatie, daar draait zorg voor leerlingen om 16 juni 2015 Door drs. A.W. (Albert) de Vries, GZ-psycholoog

Thijs stapt met een chagrijnig gezicht van zijn fiets na schooltijd. “Ik kap met die plusgroep!” roept hij. Bij de thee vertelt hij de reden. De juf van de plusgroep had een moeilijke opdracht gegeven. Toen er vragen kwamen, gaf de juf niet thuis: “Jullie zitten niet voor niets in een plusgroep.”

Deze ene ervaring uit vele voorbeelden maakte mij de afgelopen maanden weer duidelijk waar het om draait bij passend onderwijs en zorg voor leerlingen. Het gaat om het zorgvuldig vorm geven van de relatie. Deze juf stelt hoge positieve verwachtingen. We weten dat dat belangrijk is. In bovenstaand voorbeeld gaat er toch iets mis. De verwachting van de juf sluit niet aan bij het gevoel van de leerling. Thijs heeft hulp nodig bij de uitvoering van zijn taken. Afstemming op gevoel en behoefte van de leerling is de kern van een goede begeleidingsrelatie. Kijk samen met Thijs wat hij nodig heeft om de opdracht tot een goed eind te brengen.
 
Motivatiemotor
In het voorbeeld gaat het om begaafde leerlingen. Een plusgroep of goede verrijkingsstof is natuurlijk belangrijk. Zonder een goede relatie en afstemming op de leerling komen we echter niet verder. Het voorbeeld is makkelijk uit te breiden tot allerlei andere soorten zorg. Neem bijvoorbeeld de behandeling van dyslexie. Tachtig procent van het effect van de behandeling heeft te maken met relatie en motivatie. In de praktijk als coach van de dyslexiebehandelingen van Driestar educatief zie ik dat voor mijn ogen gebeuren. Leerlingen boeken vaak veel vooruitgang. De kwaliteit van de behandelmethode doet er toe. Belangrijker is echter het weer op gang brengen van de motivatiemotor. Het goed vormgeven van de relatie is dan doorslaggevend. Ken en erken je het kind? Ken je de behoeften van het kind? Reageer je daar sensitief en responsief op?
 
Betrokkenheid ouders
Wat weten we over het belang van de rol van de ouders? Eigenlijk gaat het daarbij over hetzelfde. Uit onderzoek naar ouderbetrokkenheid weten we dat een goede affectieve ondersteuning door ouders een duidelijk effect heeft op het leren en de ontwikkeling van kinderen. Als de nadruk meer ligt op  controleren, werkt dat negatief uit. In de leerlingenzorg kijken we daarom altijd allereerst of de zogenaamde ‘pedagogische sensitiviteit’ van ouders en leerkrachten functioneert. Als dat goed is, komt de rest vanzelf.
 
Geliefd
Is die pedagogische sensitiviteit iets nieuws onder de zon? Wel nee! Eeuwen geleden noemde iemand al als basis van zijn vorming: ‘ik was mijns vaders zoon, teder, en een enige voor het aangezicht mijner moeder’ (Spreuken 4: 3).  Mijn uitlegger zegt daarbij dat hij zeer geliefd was en dat voor hem grote zorg werd gedragen. Dát helpt kinderen verder! Veel liefde en wijsheid bij dat mooie werk toegewenst!